"Hoi Deb, ik heb iets zonder overleg gedaan," klonk er op mijn spreekpost. Mijn gitaarmaatje had een klein optreden geregeld in de Bruine Pij. Ik had niet verwacht dat ik dit jaar iets zou doen tijdens de St. Jans Blues Kroegentocht. Een aangename verrassing en ik kon! Nee, het was niet akoestisch, zoals je zou verwachten. De kroegbaas wilde nu héél graag een elektrisch duo!
In verband met een slimme logistiek, d.w.z. snel kunnen afbreken zodat de volgende band op tijd klaarstond, speelden we zonder drummer. En leer mij gitaristen kennen: zodra ze loos gaan en expressief gaan soleren, moet je als bassist-zonder-drummer je eigen drummer zijn. Als bassist ben je instrumentaal verwant aan de gitarist, maar tegelijkertijd ritmisch met de drums verbonden. Laat ik me meeslepen met de gitaarsolo, dan is de boel reddeloos verloren. Het is te vergelijken met meerstemmig zingen: je moet met je oren op twee plaatsen tegelijk aanwezig zijn, in de juiste verhouding - je muzikale omgeving in de gaten houden en tegelijk bij jezelf blijven.
Indachtig alle andere keren dat ik b.z.d.'er was, besloot ik me als een soort Nikkelen Nelis neer te zetten. En zo zat ik op mijn stoel: mijn rechtervoet fungeerde als bassdrum; de linker als hihat die de rol van snare op zich nam. Maar op het podium klonken de tikken van mijn blauwe laarzen alsof ik de beat had omgedraaid. Dat speelt toch minder lekker, dus moest mijn linkervoet de bassdrum zijn. Kortom: het was weer een geweldig feest van muzikale uitdagingen, waarin ik mezelf in drieën heb mogen splitsen: zang-bas-ritme. Ik grom wel over vrije giaarsoli, maar blues-zanglijnen trekken zich ook niet altijd evenveel aan van de baslijnen en grooves. Het is ook wel de sport, hè!
Reacties